Patroon Tas punch needle

Waarom punchen zo leuk is? Omdat het niet moeilijk is, het snel gaat en
je deze borduurtechniek eenvoudig ook op wat dikkere stoffen, zoals
bijvoorbeeld een canvas tas of een tas die je zelf maakt van linnen, kunt
toepassen. Deze mooie tas met bloemen staat met stip op onze to do lijst.
Ideaal om te gebruiken als project bag voor handwerkprojectjes bijvoorbeeld.

AFMETING:
33 x 35 cm (zonder hengsels)

BENODIGDHEDEN:
40 x 68 cm Zweigart Flora (18-count) linnen of vergelijkbaar 18-count evenweave linnen. 33 x 38 cm grijs katoen voor op de achterkant van het borduurwerk. 4 stukken koord van 50 cm lang (diameter 0,7 cm). Textiellijm. Borduurring. Punchnaald (maten 3 tot 5 mm). Oxford punchnaald #14, Borduurnaald met scherpe punt. DMC - Natura (N37 - lichtbruin). Manos del Uruguay - Fino (401 - lila, 404 - turquoise, 407 - mosgroen, 410 - oranjebruin, 413 - bleekroze, 423 - donkergroen, 424 - okergeel, 6422 - robijnrood). DMC - Laine Colbert Tapestry Wool (Ecru, 7058 - geel, 7202 - roze, 7361 - lichtgroen, 7362 - mediumgroen, 7392 - saliegroen, 7422 - zachtgroen, 7524 - bruin)

VOORDAT JE BEGINT:
De meeste steken van dit borduurwerk worden op de achterkant van het werk gemaakt (zodat je lusjes aan de voorkant krijgt). Met uitzondering van de stengels en de besjes, die maak je vanaf de voorkant (zodat je platte steken krijgt).

Voor het garen DMC - Laine Colbert Tapestry Wool gebruik je de Oxford punchnaald. Voor de rest van het garen gebruik je de andere punchnaald.

Volg voor het punchen de nummers van het patroon, je begint dus bij 1. De letters S (Start) en de letters F (Finish) geven aan waar je begint en eindigt. Staat er ergens S1 and F1 dan geeft dit de eerste ronde aan waarin je moet punchen. S2 en F2 staat voor de  om te zien welke kleuren je moet gebruiken.

WERKWIJZE:
- Zigzag de randen van de linnen stof af om uitrafelen te voorkomen.
- Neem het patroon over op de achterkant van de stof.
- Draai het patroon om en trek de lijnen van de stengels en de besjes over op de voorkant van het stof.
- Zet de stof stevig vast in een borduurring. Haal de draad door de punchnaald en zet de naald op 1,8 cm van de houder.
- Begin aan de voorkant van de stof met punchen:
Nummer 1: punch twee tegen elkaar aan liggende rijen met licht of medium groen.
Nummer 2: punch 1 rij met saliegroen of bruin.
Nummer 3: punch de omtrek van de besjes en vul ze dan op.
- Draai de stof om en ga verder met punchen aan de achterkant:
Nummer 4: punch voor de grote bloemen eerst de omtrek van de meeldraden met oker of geel en de bloemblaadjes met lila, ecru en roze en vul ze dan op.
Nummer 5: punch voor de grote ronde bloemen eerst de omtrek van de meeldraden met oker en vul ze dan op. Punch vervolgens de omtrek van de grote cirkels met turquoise en vul ze dan op.
Nummer 6: Punch 1 rij over de omtrek en de wervelingen van het slakkenhuis met lichtbruin en vul het dan op met oranjebruin, volg daarbij de richting van de wervelingen.
Nummer 7 : Punch de omtrek van het slakkenlijfje met lichtbruin en vul het op met bleekroze.
Nummer 8: Punch 1 rij over de omtrek van de antennes met lichtbruin en vul ze dan op.

AFWERKING:
- Zigzag de randen van de grijze katoenen stof af.
- Spray de verkeerde kant van het borduurwerk in met textiellijm en plak hier de katoenen grijze stof op.
- Wanneer je een tas wilt maken van de stof, vouw je de stof dubbel (met de goede kanten op elkaar) en naai je de zijkanten an elkaar vast op 1 cm van de rand. De zoom strijk je open.
- Vouw de bovenkant om naar de verkeerde kant van de stof (zo’n 4 cm), strijk een keer over de vouw heen en stik het door op 1 cm van de rand.
- Plaats het koord aan de bovenkant van de tas op 8 cm van elkaar. Zet het vast met het gele garen en de borduurnaald met spitse punt. Doe dit voor beide zijden.