Digitaal patroon (download)

Patroon De Kroonsteek - Nan van der Storm

Dit is een digitaal patroon

Deze patronen zijn alleen aan te schaffen of te downloaden wanneer je ingelogd bent, zodat het patroon aan jouw account gekoppeld kan worden Inloggen
We borduren graag. Meestal kruissteek. Maar er zijn natuurlijk nog veel meer steken om mooie borduurwerken mee te maken. Denk bijvoorbeeld aan de kettingsteek en de platsteek. In deze 7-delige serie in Borduurblad leert Nan van der Storm je hoe je door het maken van een stekenboekje met die steken kan ‘spelen’ in kleine borduurwerkjes. In dit nummer gaan we nog even door op de kettingsteek. Ook komt er een nieuwe steek bij, die sterk verwant is aan de kettingsteek, namelijk de kroonsteek.

Op deze pagina leer je een nieuwe steek, de kroonsteek. Maar moeilijk is hij niet. We beginnen met de drie rijen steken bovenaan het borduurwerk. De rood-blauwe rand bestaat uit twee kroonsteken boven elkaar; de tweede is omgekeerd ten opzichte van de eerste. Er zijn twee manieren om deze steek te maken. Je kunt het op de manier van de kettingsteek doen: eerst de lus en vervolgens de lus vastzetten met niet één, zoals bij de kettingsteek, maar met drie steekjes. De steek dankt haar naam aan die drie steekjes, we zetten een kroontje op de gemaakte lus! Toch vind ik de zogenaamd Zweedse werkwijze fijner werken. We borduren eerst de drie steken van het kroontje, en vervolgens haal je de draad onder de drie steekjes door en vormt de lus.

Zoals je op de afbeelding hierboven ziet, gaat de draad onder de drie steekjes door. Bij de rode stip gaat de naald weer in de stof, zodat zich een lus vormt. Niet moeilijk toch?

De reliëfkettingsteken die verticaal onder de kroonsteken staan, zijn eigenlijk de gewone kettingsteek (zie Borduurblad 116), maar gemaakt op een ‘laddertje’ dat je eerst borduurt. Je borduurt daarna de kettingsteek over twee of over één trede van het laddertje, zonder in de stof te steken. In het borduurvoorbeeld heb ik de eerste reliëf-kettingsteek niet afgemaakt. Je ziet nu hoe het laddertje moet worden geborduurd. Daarna borduur je op het laddertje een kettingsteek zoals we dat al leerden.
Je borduurt dus eerst het ‘laddertje’, dat moet geen problemen geven. Vervolgens – al dan niet met een andere kleur garen – steek je de naald bij de eerste trede van het laddertje van onder naar boven uit de stof. Dat is de enige keer dat er aan de onderkant wat te zien is van de kettingsteek. Want verder blijf je met de naald boven de stof, maar gebruik je de treden van het laddertje om de kettingsteek te maken. Het moge duidelijk zijn waarom deze steek de reliëfkettingsteek wordt genoemd: de steek ligt dik op de stof. Het zal je zijn opgevallen dat er in het patroon een lege plek is. Het leek mij leuk dat je nu eens zelf gaat experimenteren met de al geleerde steken. In het borduurvoorbeeld zie je op die plek een bloemetje staan. Dat is natuurlijk bij uitstek een mooi onderwerp om de steken uit te proberen. Immers, een bloem is nooit helemaal symmetrisch, dus dat hoeft jouw geborduurde bloemetje ook niet te zijn. Het geeft juist iets speels aan het borduurwerk.

In mijn bloem heb ik de kroonsteek, de losse kettingsteek en de platsteek gebruikt. De steel is gemaakt van de stiksteek met blaadjes van losse kettingsteken.
icon betaalmethode Idealicon betaalmethode PayPalicon betaalmethode Bancontacticon betaalmethode Soforticon betaalmethode Giropay
icon postNL bezorgd